Gebruik aliassen om gegevens te koppelen

Met een alias worden opgegeven waardes ergens opnieuw ingezet en kunnen verschillende acties worden uitgevoerd.

Incontrol is gebouwd rondom de krachtige Form Builder. Door gebruik te maken van aliassen, haal je nog meer uit Incontrol. 

Tutorial

In de tutorial geven we verschillende voorbeelden van aliassen en hoe je deze kan instellen.

Bekijk al onze Form Builder tutorials op ons YouTube-kanaal.

Uitleg

Er zijn veel mogelijkheden met aliassen.

Een alias opgeven

Je kunt een alias opgeven bij de meeste elementen en bij een automatische nummering. Je geeft de alias in een element op bij de instellingen van het element. Door bij de instellingen rechts van de alias op de opgegeven tekst te klikken, kan je automatisch het opgegeven label van het element gebruiken.

Het is ook mogelijk om een alias aan te passen door in het element aan de rechterkant op de alias te klikken. Je kan hier dan direct beginnen met typen.

We raden aan om een logische opbouw van je aliassen te kiezen, zodat je achteraf nog kan onthouden welke alias je waar hebt opgegeven.

Incontrol kan alleen gegevens uit elementen exporteren als deze beschikken over een alias.

Een opgegeven waarde terug laten komen in een statische tekst

Dankzij de aliassen kun je nu waardes die de gebruiker heeft ingevuld in het element met een opgegeven alias nog een keer gebruiken in een statische tekst. Stel de gebruiker heeft bij een Tekst-element de voornaam 'Frits' ingevuld. Dit element heeft de alias 'voornaam' meegekregen. Je kunt deze waarde nu terug laten komen door in een statische tekst @voornaam op te geven. Incontrol zal zodra het element met deze alias is ingevuld de waarde in de statische tekst tonen.

Let op: Zijn er meerdere elementen met dezelfde alias? Dan zal Incontrol in de statische tekst de verschillende opgegeven waardes scheiden d.m.v. een komma.

Voorbeeld: In je formulier komt twee keer een input tekst-element voor met de alias @voornaam. In een statisch tekst-element gebruik je @voornaam om de voornaam op te halen. De gebruiker geeft Piet en Klaas op in de verschillende elementen. Deze worden in de statische tekst getoond als Piet, Klaas.

Je kunt een ingestelde automatische nummering terug laten komen in een statische tekst door de alias achter een $-teken te plaatsen in plaats van een @-teken.

Goed om te weten: Doordat het $-teken en @-teken worden herkend als een automatische nummering en alias in de applicatie, kan je de tekens $ en @ niet zomaar los gebruiken. Wanneer je een e-mailadres in een statische tekst wilt gebruiken, dan moet je 2x @ gebruiken. Bij het $-teken is dat hetzelfde.  

Voorbeeld: In het document wil je het eigen e-mailadres plaatsen, schrijf dan: "Voor vragen kan je mailen naar support@@incontrol.eu". In het daadwerkelijke concept/document zal dan "support@incontrol.eu" worden getoond. 

Statische aliassen

Sommige gegevens zijn enkel bekend op de server. Deze gegevens kun je met onderstaande aliassen terug laten komen in het document.

Alias Beschrijving Zichtbaar op?
@user.name De naam van de gebruiker PDF & Web
@user.firstname De voornaam van de gebruiker PDF & Web
@user.lastname De achternaam van de gebruiker PDF & Web
@user.email Het e-mailadres van de gebruiker PDF & Web
@user.reference De referentiewaarde van een gebruiker bepaald door de Public API of het beheersysteem (CMS) PDF & Web
@user.* De waarde die is ingesteld in een aanvullend veld aangemaakt voor de gebruiker PDF & Web
@organization.name De naam van de organisatie PDF & Web
@organization.reference De referentiewaarde van de organisatie bepaald door de Public API of het beheersysteem (CMS) PDF & Web
@organization.* De waarde die is ingesteld in een aanvullend veld aangemaakt voor de organisatie PDF & Web

@form.name

De naam van het formulier Altijd zichtbaar

@form.reference

De referentiewaarde van een formulier bepaald door de Public API of het beheersysteem (CMS) Altijd zichtbaar
@draft.name De naam van het concept Altijd zichtbaar
@draft.datetime Het tijdstip en de datum van de creatie van het concept als code (yyMMdd-HHmmss) PDF
@draft.date De datum waarop het concept is gecreëerd PDF
@draft.time Het tijdstip van de creatie van het concept PDF
@draft.reference De referentiewaarde wanneer het concept is gecreëerd met de Public API PDF
@document.time De tijd van de PDF PDF
@document.datetimecode Het tijdstip van de PDF als code (yyMMdd-HHmmss) PDF
@document.datetime De datum en tijd van de PDF PDF
@document.date De datum van de PDF PDF
@document.name De naam van het document PDF
@document.outputname De naam van het document als het afwijkt van @form.name PDF

Wat kun je nog meer met aliassen?

Er zijn nog meer functies die gebruik maken van aliassen. Hiervoor hebben we aparte artikelen geschreven. Bekijk ze hieronder om de volledige functionaliteit van aliassen te ontdekken.