Incontrol is gebouwd rondom de krachtige Form Builder. Met aliassen kun je ingevulde gegevens uit je formulier opnieuw gebruiken op andere plekken. Zo haal je meer uit Incontrol en werk je efficiënter.
In dit artikel leer je wat aliassen zijn, hoe je ze instelt en hoe je ze gebruikt.
Inhoudsopgave
4. Een ingevulde waarde terug laten komen in een statische tekst
5. Automatische nummering gebruiken
6. Statische aliassen vanuit servergegevens
8. Scoped aliassen in dynamische content
9. Wat kun je nog meer met aliassen?
Tutorial
In de tutorial geven we verschillende voorbeelden van aliassen en hoe je deze kan instellen.
Bekijk al onze Form Builder tutorials op ons YouTube-kanaal voor extra hulp.
Wat zijn aliassen?
Een alias is een unieke naam die je aan een formulieronderdeel geeft. Hiermee hergebruik je de ingevulde waarde op andere plekken, bijvoorbeeld in een statische tekst of een document.
Met een alias kun je verschillende acties uitvoeren en gegevens koppelen.
Aliassen instellen
Je kunt bij de meeste formulieronderdelen en automatische nummeringen een alias instellen.
Zo doe je dat:
-
Open de instellingen van het formulieronderdeel.
-
Vul bij Alias een logische naam in.
-
Klik rechts van het aliasveld op de tekst om automatisch het label te gebruiken.
-
Je kunt ook direct in het element rechts op de alias klikken en deze aanpassen.
Tip: Gebruik een logische naam, zodat je later makkelijk weet welke alias waar hoort.
Let op: Alleen onderdelen met een alias kunnen geëxporteerd worden.
Een ingevulde waarde terug laten komen in een statische tekst
Dankzij aliassen kun je waarden die de gebruiker heeft ingevuld in een formulier opnieuw gebruiken in een statische tekst.
Voorbeeld:
Een Tekst-element heeft de alias voornaam. De gebruiker vult “Frits” in. In een statische tekst typ je @voornaam
en Incontrol toont “Frits”.
Let op: Als er meerdere elementen met dezelfde alias zijn, scheidt Incontrol de waarden in de statische tekst met een komma.
Voorbeeld:
Twee Tekst-elementen hebben allebei de alias @voornaam
. De gebruiker vult “Piet” en “Klaas” in. In de statische tekst verschijnt dan: “Piet, Klaas”.
Automatische nummering gebruiken
Je kunt een ingestelde automatische nummering terug laten komen in een statische tekst door de alias achter een $
-teken te plaatsen in plaats van een @
-teken.
Voorbeeld:$nummering_id
toont het gegenereerde nummer.
Goed om te weten:
Doordat het $
-teken en @
-teken worden herkend als automatische nummering en alias in de applicatie, kun je deze tekens niet zomaar los gebruiken in een statische tekst.
Wil je bijvoorbeeld een e-mailadres tonen, gebruik dan @@
voor een @
en $$
voor een $
.
Voorbeeld:
Typ in de statische tekst:support@@incontrol.app
Dit wordt getoond als:support@incontrol.app
Statische aliassen vanuit servergegevens
Sommige gegevens zijn bekend op de server of vanuit het systeem. Deze gegevens kun je gebruiken in je statische tekst of PDF-sjablonen door de bijbehorende alias te gebruiken.
Hieronder vind je een overzicht van de beschikbare statische aliassen en wat ze tonen:
Alias | Beschrijving | Zichtbaar op? |
@user.name | De naam van de gebruiker | PDF & Web |
@user.id | De UUID van de gebruiker | |
@user.firstname | De voornaam van de gebruiker | PDF & Web |
@user.lastname | De achternaam van de gebruiker | PDF & Web |
@user.email | Het e-mailadres van de gebruiker | PDF & Web |
@user.reference |
De referentiewaarde van een gebruiker bepaald door de Public API of het beheersysteem (CMS) | PDF & Web |
@user.* | De waarde die is ingesteld in een aanvullend veld aangemaakt voor de gebruiker | PDF & Web |
@organization.name | De naam van de organisatie | PDF & Web |
@organization.reference | De referentiewaarde van de organisatie bepaald door de Public API of het beheersysteem (CMS) | PDF & Web |
@organization.* | De waarde die is ingesteld in een aanvullend veld aangemaakt voor de organisatie | PDF & Web |
@organization.id |
de UUID van de organisatie | |
@organization.addressline |
Adres van de organisatie | |
@organization.zipcode |
Postcode van de organisatie | |
@organization.city |
Plaats van de organisatie | |
@organization.country |
Land van de organisatie | |
@organization.phone |
Telefoonnummer van de organisatie | |
@form.name |
De naam van het formulier | Altijd zichtbaar |
@form.reference |
De referentiewaarde van een formulier bepaald door de Public API of het beheersysteem (CMS) | Altijd zichtbaar |
@form.id | De UUID van het formulier | |
@folder.id | UUID van de map (indien van toepassing) | |
@folder.name | Naam van de map (indien van toepassing) | |
@folder.datetime | Aanmaakdatum en -tijd van de map | |
@folder.date | Aanmaakdatum van de map | |
@folder.time | Aanmaaktijd van de map | |
@folder.* | Aliaswaarde van een element in mapdetails | |
@draft.name | De naam van het concept | Altijd zichtbaar |
@draft.datetime | Het tijdstip en de datum van de creatie van het concept als code (yyMMdd-HHmmss) | |
@draft.date | De datum waarop het concept is gecreëerd | |
@draft.time | Het tijdstip van de creatie van het concept | |
@draft.reference | De referentiewaarde wanneer het concept is gecreëerd met de Public API | |
@draft.id | De UUID van het concept | |
@draft.localdatetime | De lokale aanmaakdatum en -tijd van het concept | |
@draft.localdate | De lokale aanmaakdatum van het concept | |
@draft.localtime | De lokale aanmaaktijd van het concept | |
@document.time | De tijd van de PDF | |
@document.datetimecode | Het tijdstip van de PDF als code (yyMMdd-HHmmss) | |
@document.datetime | De datum en tijd van de PDF | |
@document.date | De datum van de PDF | |
@document.name | De naam van het document | |
@document.id | De UUID van het document (kan veranderen bij afronden van concept | |
@document.localdatetime | De lokale aanmaakdatum en -tijd van het document | |
@document.localdatetimecode | De lokale aanmaakdatum en -tijd van het document als code | |
@document.localdate | De lokale aanmaakdatum van het document | |
@document.localtime | De lokale aanmaaktijd van het document. | |
@document.reference | De referentiewaarde bij aanmaken via Public API | |
@document.outputname | De naam van het document als het afwijkt van @form.name |
Voorbeeld met gebruiker
De ingelogde gebruiker is Piet Jansen
-
@user.firstname
toont Piet -
@user.lastname
toont Jansen -
@user.name
toont Piet Jansen
Voorbeeld met document datetime
Het concept wordt gestart op 2020-05-01 om 11:00 en afgerond op 2020-05-02 om 03:00.${@document.datetime-@draft.datetime}
toont 4 uur.
Scoped aliassen in dynamische content
Aliassen tonen ingevulde gegevens opnieuw. Dit geldt ook voor gegevens binnen dynamische content.
Als je aliassen gebruikt in dynamische content, wil je vaak een scoped alias gebruiken. Dit is een alias met een punt ervoor.
Voorbeeld:
-
@alias
(normale alias) toont alle waarden met die alias uit het hele formulier, gescheiden door komma’s. -
@.alias
(scoped alias) toont alleen de waarde binnen de specifieke dynamische content.
Scoped aliassen zijn vooral handig bij het werken met het repeteer-element.
Meer weten?
Meer informatie over scoped aliassen binnen de dynamische content vind je in dit artikel:
Hoe verplaats je gegevens binnen dynamische content?
Ook zijn scoped aliassen handig bij gebruik van het repeteer-element. Lees hier meer:
Hoe kan ik het repeteer-element gebruiken?
Wat kun je nog meer met aliassen?
Er zijn nog meer functies die gebruik maken van aliassen. Hiervoor hebben we aparte artikelen geschreven. Bekijk ze hieronder om de volledige functionaliteit van aliassen te ontdekken.
- Gegevens automatisch laten nummeren
- De titel van je documenten automatisch laten vullen
- Rekenen met opgegeven waardes
- Importeer gegevens vanuit een QR-code
- Importeer gegevens vanuit een document
- Importeer gegevens vanuit een gegevensbron
- Informatie tonen in een Notificatie
- Informatie tonen in een Taak
- Informatie tonen in een Case
- Gegevens (her)gebruiken binnen een dynamische content